Orange wine, of oranje wijn, staat voor witte wijn die op de manier van rode wijn wordt gemaakt. Hoewel de term nog altijd iets hips heeft, is de methode duizenden jaren oud. Hij stamt voor zover we nu weten uit Georgië, waar in aardewerken amforen, kvevri, druiven met schil en al vergistten tot een donkergekleurde, stevige witte wijn.
In West-Europese landen en wijnlanden buiten Europa veranderde in de loop der eeuwen de werkwijze.
Witte druiven werden ontsteeld en geperst, aardewerken kruiken maakten plaats voor vaten van hout, beton en roestvrij staal, het toevoegen van sulfiet om oxidatie te voorkomen werd uitgevonden en een en ander leidde tot een lichtgele witte wijn met een frisse, fruitige smaak.
In Georgië deden ze dat niet, daar bleven ze gewoontegetrouw op hun eigen wijze werken. In de jaren 90 van de vorige eeuw werd hun aanpak herontdekt door Joško Gravner en Stanko Radikon, twee wijnmakers uit Oslavia in het Italiaanse Friuli Collio.
Pal over de grens in het Sloveense Goriška Brda werd de oude traditie eveneens weer opgepakt.