Speri - Amarone Monte Sant Urbano

“Bigger is better” was een aantal jaar geleden het motto van heel wat wijnbouwers maar de slimste onder hen zijn ondertussen tot inkeer gekomen en beseffen dat teveel van het goede ook gaat vermoeien. In wijn draait alles rond evenwicht. Niet te weinig maar ook niet teveel. In de Valpolicella regio sijpelt dat besef iets langzamer door.

Als je een Amarone kiest dan moet het er één zijn van 16.5 % vol met een viscositeit van motorolie. Dat de hoogste punten in de gidsen bijna altijd naar de machtigste wijnen gingen was natuurlijk een perverse motivatie om het alsmaar geconcentreerder te zoeken.

Tot de liefhebber zich begint af te vragen bij welk gerecht die mastodonten nog kunnen passen. ‘Perfect bij een dinosaurusboutje’ lazen we jaren geleden als commentaar op een Australische Shiraz (en dat was als een compliment bedoeld !).

Natuurlijk zorgt het typische ‘appassimento’ (droging) proces sowieso voor een grotere concentratie. Door het drogen van de druiventrossen (vroeger op bamboe matjes in houten rekken, nu in plastic bakjes in een ruimte met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid) verliezen ze vocht en winnen ze aan suikerconcentratie.

Voor een Amarone (droge versie) of Recioto (zoete versie) droogt men de druiven tot wel 120 dagen.